Montageclips op de projecttijdlijn
Montageclips gedragen zich als gewone videoclips voor wat betreft bewerkingen op de projecttijdlijn, zoals toevoegen van overgangen, knippen en positioneren.
Een Montagesjabloon die op de tijdlijn wordt geplaatst, wordt toegevoegd door één van drie methoden: invoegen, overschrijven en vervangen. Wanneer de knop bewerkingsmodus op de werkbalk is ingesteld op smart, wordt de methode vervangen automatisch gekozen. De standaardlengte van de clip varieert per sjabloon.
Een Montagesjabloon voor of achter een bestaande clip invoegen: Controleer eerst of de magneet-knop op de tijdlijn is ingeschakeld. Op deze manier wordt een clip die u vlakbij het begin of einde van een bestaande clip plaatst zodanig gepositioneerd dat de clips precies aaneengrenzen. Hierna zet u de knop bewerkingsmodus op de modus invoegen. Op deze manier weet u zeker dat bestaand materiaal naar rechts wordt verplaatst om ruimte te maken als u de clip plaatst en dat er niets worden overschreven.
Het is niet noodzakelijk om een Montageclip precies bij een knippunt te plaatsen; zoals zojuist beschreven. U kunt de clip bij ieder gewenst frame in uw productie invoegen.
Een bestaande Montagesjabloon vervangen: Als u een bestaand Montagesjabloon op de projecttijdlijn wilt vervangen, houd dan de Shift-toets op het toetsenbord ingedrukt en plaats de nieuwe sjabloon op de oude. De nieuwe clip neemt niet alleen de locatie, maar tevens bestaande aanpassingen van de oude clip over. De plaatsingslijnen, weergegeven in blauw, tonen de grenzen van de te vervangen clip; ongeacht de standaardlengte zal de nieuwe clip deze grenzen overnemen.
Clips overschrijven met een Montagesjabloon: Als u een Montagesjabloon op een tijdlijnspoor wilt plaatsen en de andere clips wilt laten overschrijven zonder enige wijzigingen aan te brengen aan de rest van de tijdlijn, dan kan dit door de knop bewerkingsmodus in te stellen op vervangen. De lengte van de Montageclip bepaalt welk gedeelte van het spoor wordt vervangen.
Hoewel trimbewerkingen op de tijdlijn hetzelfde zijn voor Montageclips als voor videoclips, kan het feitelijke resultaat van het knippen afhankelijk zijn van het type sjabloon.
In een volledig geanimeerde sjabloon, zoals een rollende titel, wordt de animatie altijd voltooid. De animatiesnelheid is daarom afhankelijk van de clipduur. Door de clip in te korten, wordt de animatie dus sneller uitgevoerd; de sequentie wordt echter niet aangetast.
Clips met video kunnen echter op de gebruikelijke manier worden getrimd. Veel thema’s beschikken over een videosubclip van variabele lengte. Als er een subclip aanwezig is, dan kan de clip net zover als de lengte van de subclip worden uitgebreid – onbeperkt als de subclip een stilstaand beeld is.
U kunt overgangen gebruiken aan het begin en het einde van Montageclips; dit gebeurt op dezelfde manier als bij andere cliptypen.
Ook video- en audio-effecten kunnen op de gebruikelijke manier aan Montageclips worden toegevoegd en op alle inhoud van de clip worden toegepast. Een paar effecten, zoals Snelheid, zijn echter niet beschikbaar voor gebruik met Montageclips.
Om een effect aan een Montageclip toe te voegen, klikt u met de rechtermuisknop op de Montageclip op de tijdlijn en kiest u de optie voor het openen van de effecten-editor in het contextmenu. U kunt een effect ook van de bibliotheek naar de clip slepen. Effecten bevinden zich in het gedeelte Creatieve elementen van de Bibliotheek.
Om een effect te bewerken, te kopiëren of te verwijderen uit een Montageclip, klikt u met de rechtermuisknop op de paarse lijn bovenaan de clip en kiest u de gewenste optie in het contextsubmenu Effect.