Overzicht mediabewerkingen
U kunt de media-editors op een aantal manieren openen om de beschikbare gereedschappen te kiezen uit zowel de bibliotheek als de projectentijdlijn.
Openen vanuit de bibliotheek:
· Dubbelklik op het pictogram of de tekstrecord van een video-, foto- of audio-item; of
· Selecteer de opdracht Openen in Media-editor (correcties) in het contextmenu van het item.
Openen vanuit de bibliotheekspeler:
· Klik eerst op de afspeelknop op een bibliotheekitem om de bibliotheekspeler te openen en daarna op het tandwielpictogram rechtsonder.
Openen vanuit de projectentijdlijn:
· Dubbelklik op de clip in de tijdlijn; of
· Selecteer de opdracht Effecteneditor openen in het contextmenu van de clip; of
· Gebruik het contextmenu Effect Ø Bewerken op de gekleurde strook langs de bovenrand van clips waarop effecten zijn toegepast.
Het media-editorvenster sluiten:
· Klik op de knop Annuleren; of
· Klik op de knop sluiten (X) in de rechterbovenhoek. Als u wijzigingen hebt aangebracht, hebt u nu de kans om ze op te slaan.
· Klik op de knop OK.
Voorbeeld weergeven
Het middelste paneel in elk van de media-editors geeft een visueel voorbeeld van media. Het laat het resultaat zien van de toepassing van correcties en effecten of een audiovisualisatie.
Wanneer er videomedia met een integrale soundtrack wordt bewerkt, worden zowel de audio-editor als de video-editor beschikbaar via tabs linksboven in het venster.
Titelbalk
De menu’s Bestand en Bewerken Als u de media-editor uit de bibliotheek hebt geopend, kunt u met het menu Bestand een nieuwe kopie (of snelkoppeling) van het huidige geladen item opslaan. Snelkoppelingen worden opnieuw opgeslagen in de bibliotheek onder de originele naam plus een volgnummer. Het menu Edit beschikt over de standaardbewerkingsopdrachten zoals Ongedaan maken/Opnieuw uitvoeren en Knippen, Kopiëren, Plakken.
Ongedaan maken/Opnieuw uitvoeren: Met de knoppen voor ongedaan maken en typen linksboven in het venster naast de menu’s kunt u vooruit en achteruit in de bewerkingsgeschiedenis bladeren.
Met de correctiegroep Verbeteren in de Video-editor werken
De navigator
Met de navigatorstrook aan de onderkant van alle media-editorvensters kunt u andere bibliotheekitems of andere tijdlijnclips laden.
Wanneer u de navigatorstrook vanuit de bibliotheek opent, kunt u andere items openen die op dat moment in de bibliotheekbrowser zichtbaar zijn.
Het huidige item wordt gemarkeerd. U kunt ook een ander item bewerken door op een ander element in de navigator te klikken met de pijlen naar rechts en links waarmee u kunt schuiven, indien nodig. In dat geval worden wijzigingen die op het momenteel geladen item zijn aangebracht, automatisch opgeslagen, alsof u op de knop OK hebt geklikt.
U kunt de navigator verbergen door op de bijbehorende knop onder aan het media-editorvenster te klikken.
De onderste werkbalk met de navigatorknop bevat ook een serie knoppen voor de weergave.
Solo: Deze knop is alleen beschikbaar als u de media-editor hebt geselecteerd in de projectentijdlijn. Wanneer de huidige clip in de navigator is gemarkeerd en u hier een voorbeeld van wilt weergeven, wordt deze op zichzelf weergegeven zonder rekening te houden met het effect van de clips erboven of eronder op de tijdlijn. Is de knop niet gemarkeerd, dan kunnen alle tijdlijntracks bijdragen aan het voorbeeld.
Zoomen: De schuifbalk uiterst rechts op de werkbalk geeft een doorlopende schaal van de voorbeeldafbeelding.
Voorbeeld weergeven van zoomopties: Met Passend venster past u de grootte van het voorbeeld aan, zodat de hoogte en breedte van de afbeelding de beschikbare ruimte niet overschrijdt, zelfs niet wanneer alle gereedschappen zijn geopend. Vul venster gebruikt de hele beschikbare werkruimte, inclusief onder het instellingenpaneel en liniaal. Instellen op Echte grootte (1:1) geeft de afbeelding weer in de oorspronkelijke grootte van de bron.
Volledig scherm: Wanneer deze knop actief is, wordt de voorbeeldafbeelding geschaald aan de grootte van de huidige monitor en worden andere gereedschappen uit de weergave verwijderd. U sluit de modus voor volledig scherm door op Esc te drukken of door de knop sluiten (X) te gebruiken rechtsboven in het venster.
Weergave voor en na: De knop verschijnt alleen voor fotomedia. Zie Voor en na voor meer informatie.
Vergrootglas
Tenzij er een effect of correctiegereedschap actief is, vormt de muisaanwijzer een vergrootglaspictogram. Wanneer u met deze aanwijzer eenmaal klikt, vergroot u, met Alt-klik verkleint u en met dubbelklikken schakelt u tussen Passen (zie “Voorbeeld weergeven van zoomopties” hierboven) en de huidige schaalwaarde.
Het voorbeeld in het venster verplaatsen
De voorbeeldafbeelding kan met de muis naar een willekeurige locatie in het werkgebied worden gesleept. Dit is handig om de afbeelding te scannen wanneer u hierop inzoomt. De golfvisualisatie in de Audio Editor kan echter niet worden gesleept.
Met de knop Info links onder aan elke media-editor opent u een venster met informatie over het huidige bestand.
Met het veld Onderschrift dat alleen beschikbaar is wanneer u de media-editor vanuit de bibliotheek opent, kunt u het huidige item een nieuwe naam geven.
Wanneer u een effect of gereedschap selecteert met aanpasbare instellingen, verschijnt er rechtsboven in het venster een paneel.
Met het instellingspaneel kunt u de beschikbare instellingen voor een correctie of effect aanpassen. Hier worden de instellingen voor de groep Verbeteren van fotocorrecties weergegeven.
Numerieke waarden instellen: De velden voor numerieke instellingen hebben een grijze schuifbalk binnen een veld van donkerder grijs. Klik één keer in dit veld om de numerieke invoermodus te activeren; nu kunt u de gewenste waarde van de parameter typen. Gebruik anders de muis om de schuifbalk naar links of rechts te slepen. Wanneer u dubbelklikt, wordt de standaardwaarde hersteld.
Parametersets vergelijken: Rechts van het veld verschijnt er een gemarkeerde (oranje) punt wanneer de waarde van een standaardinstelling wordt gewijzigd. Wanneer u daarna op de punt klikt, kunt u tussen de standaardwaarde en de meest recente niet-standaardwaarde schakelen. De punt rechts van de naam van het effect of de correctie schakelt tussen de standaard en eigen waarden van alle parameters.
Gekoppelde parameters: Sommige parameters worden geconfigureerd om te worden gewijzigd in lock-step. Dit wordt aangeduid door de aanwezigheid van een vergrendelingsymbool. Klik op het symbool om de koppeling in- of uit te schakelen.