Audiofuncties van de tijdlijn

Behalve spoorbeheerfuncties die worden beschreven op pagina Fehler! Textmarke nicht definiert., beschikt het kopgedeelte van de tijdlijn ook over een aantal audioknoppen.

Hoofdweergaveniveau

Boven de tijdlijnspoorkoppen bevindt zich een hoofdweergaveniveaulampje. Wanneer u een voorbeeld van het project weergeeft, is de gehele uitvoer van alle sporen, zoals die op dat moment zijn gemengd, zichtbaar. Het pictogram Uitvouwen rechts van de indicator opent een klein zwevend venster met aparte niveau-indicatoren voor elk uitvoerkanaal en een hoofdversterkingsknop om het uitvoerniveau evenredig omhoog of omlaag te trimmen.

Avid Studio image001 Audiofuncties van de tijdlijn

Klik op het pictogram naast de hoofdweergaveniveau-indicator om het paneel Mastervolume te openen. Hiermee kunt u een algemene volumeversterking toepassen op de samengestelde audio-uitvoer van uw project.

Het venster audiomixer verschijnt rechts van de spoorkoppen wanneer u op de bijbehorende knop op de tijdlijnbalk klikt. Bij elk tijdlijnspoor worden twee faderknoppen weergegeven.

Spoorniveau: Met de linkerknop kunt u het uitvoerniveau van het spoor als een geheel instellen. De numerieke waarde ervan verschijnt in een klein pop-upvenster wanneer u de muisaanwijzer op de knop plaatst. Een standaardwaarde van 0dB (die u kunt herstellen door op de knop te dubbelklikken) wil zeggen dat er geen algehele wijziging wordt toegepast op het oorspronkelijke volume van de clips op het spoor. Wanneer u op het kleine venster klikt, verschijnt er een bewerkingsveld waarin u het gewenste niveaus kunt invoeren. U kunt het ook instellen door horizontaal binnen het kleine venster te slepen.

Clipniveau: Met de andere knop stelt u het niveau van de huidige clip op de scrubberpositie in. Als er momenteel geen clip op het spoor is geselecteerd, is deze tweede knop niet beschikbaar. U regelt de volumeomtrek van een clip met keyframes, zoals direct hieronder wordt beschreven. Wanneer u gebruik maakt van keyframing, kunt u met de knop Clipniveau nieuwe keyframes maken of bestaande verplaatsen.

Avid Studio image002 Audiofuncties van de tijdlijn

Wanneer u op de bijbehorende knop boven de tijdlijn (L) klikt, verschijnt rechts het venster van de audiomixer (R). Elk spoor beschikt over twee knoppen. Met de eerste past u het niveau van de algehele audio-uitvoer aan en met de tweede regelt u de niveaus van de huidige clip. Hierop kunt u keyframing toepassen voor niveauregeling van moment tot moment. Met het derde pictogram op elk spoor opent u de Panner.

Volumekeyframing

Het niveau van een audioclip kan met keyframing naar wens worden gevarieerd. Hiermee kunt u een volume-envelop maken die de dynamische wijzigingen binnen de clip weergeeft. De envelop verschijnt als een groene lijn op de clip; de keyframes worden vertegenwoordigd door kleine, vierkante “aanpassingshandvatten” langs de lijn. Bij het afspelen spoort het clipvolume de envelopregel op wanneer deze soepel van het ene keyframeniveau naar het andere beweegt.

Als een clip geen keyframes bevat, wordt de volumeomtrek gevormd door een horizontale lijn die het standaardclipvolume vertegenwoordigd. Wanneer u een keyframe wilt toevoegen, moet u nagaan of de knop Volumekeyframe bewerken op de tijdlijnwerkbalk is geselecteerd. Klik vervolgens op de volumeomtrek van de clip. U kunt ook de scrubber op de gewenste keyframelocatie plaatsen en daarna gewoon op de clipniveauknop klikken. Bij deze tweede methode maakt het niet uit of de knop Keyframe bewerken wel of niet is verlicht. Bij beide methodes verschijnt er een aanpassingshandvat op de clip. Vanaf nu wordt er bij elke wijziging van het clipvolume een nieuwe keyframe gemaakt als er geen op de huidige positie staat, of werkt de waarde bij van een reeds aanwezige keyframe.

Volumekeyframes met de muis bewerken

U kunt keyframes bewerken met de muis door de knop Volume Keyframing te activeren in de knoppengroep rechts van de tijdlijnwerkbalk. Wanneer u de muisaanwijzer nu op de groene volumeomtrek van een audioclip plaatst, ziet u dat de omtrek reageert door wit te worden.

Avid Studio image003 Audiofuncties van de tijdlijn

U kunt volumekeyframes voor clips bewerken door op de knop rechts op de tijdlijnwerkbalk te klikken.

Er worden dan een aantal muisgebaseerde keyframebewerkingsfuncties beschikbaar. Voordat u belangrijke keyframebewerkingsfuncties gaat uitvoeren, moet u even de tijd nemen om vertrouwd te raken met de opdrachten in deze set. Hiermee kunt u snel keyframes wijzigen zonder dat u steeds naar een gekozen keyframe hoeft terug te gaan en de clipniveauknop moet gebruiken.

De standaardstijl van bewerkingsacties voor volumekeyframes prefereert het behouden van secties van een constant clipniveau in plaats van het continu op en neer zwerven langs “hellingen” in de omtreklijn. In gevallen waarbij dit niet het gewenste bewerkingsresultaat geeft, probeert u het nogmaals terwijl u de toets Alt ingedrukt houdt. Hiermee worden automatische aanpassingen uitgeschakeld die anders gemaakt zouden worden.

Plaats een nieuw keyframe door op de omtreklijn te klikken.

Maak direct een keyframevervaging door te Ctrl-klikken op de omtreklijn. Hiermee voegt u een nieuw keyframe toe op het punt waarop u klikt en een tweede waarbij het volume op nul is ingesteld. Als u op de eerste helft van de clip hebt geklikt, wordt de tweede keyframe toegevoegd aan het begin om een fade-in te maken; klikt u in de tweede helft van de clip, dan wordt er een tweede fade-out gemaakt door de tweede keyframe aan het einde te plaatsen.

Maak abrupte niveauwijzigingen door horizontale secties tussen grenzende keyframes omhoog of omlaag te slepen. Hiermee produceert u verticale stappen in de volumeomtrek.

Verplaats zwellingen en vervagingen door “hellingen” lateraal binnen de clip te slepen (stijgende en dalende secties van de omtreklijn).

Verplaats de aanpassingshandvatten in twee dimensies naar een toegestaan punt tussen hun directe buren (of de uiteinden van de clip). U kunt de tijdindex van de keyframe en het clipvolume tegelijkertijd aanpassen, die van kracht gaan op het moment dat deze wordt afgespeeld.

Avid Studio image004 Audiofuncties van de tijdlijn

De pijlen in deze illustratie geven het gebruik van de muis bij keyframebewerkingen weer. Een afzonderlijk controlepunt kan in alle richtingen worden gesleept. Hellingen en platte secties blijven respectievelijk beperkt tot alleen horizontale en verticale bewegingen.

Verwijder een keyframe door deze op een andere keyframe te slepen of door deze verticaal van de omtrek af te bewegen.

Stel een lineaire fade-in of fade-out in door een van de bovenste hoeken van de clip horizontaal richting het midden te slepen. Voordat u start, ziet u dat de uitgevouwen hoek van de clip iets gaat hangen wanneer u de muis erop plaatst. U kunt de hoek nu verder in de clip slepen om zo een vervaging te maken. Hoe breder u het omgevouwen gebied maakt, des te langer duurt de vervaging.

Avid Studio image005 Audiofuncties van de tijdlijn

De duur van de vervaging kan worden bewerkt met de muis, zoals hier wordt weergegeven. U kunt ook op het omgevouwen gebied klikken om een klein dialoogvenster te openen om de duur numeriek te bewerken.

Bewerk een bestaande vervaging door de muis op de verticale lijn te plaatsen vanuit de binnenhoek van de “vouw”. Zorg dat de tweerichtingspijl wordt weergegeven en sleep de rand naar wens.

Het contextmenu voor controlepunten op de volumeomtrek beschikt over de opdrachten Keyframe toevoegen, Keyframe verwijderen en Alle keyframes verwijderen. (De eerste of de tweede opdracht wordt grijs weergegeven, omdat u slechts één tegelijk kunt toepassen.)

De Panner

Met dit gereedschap kunt u de schijnbare locatie van de geluidsbron regelen met betrekking tot een luisteraar binnen een “surroundluisterveld”. Net als het clipvolumegereedschap werkt dit met keyframes die aan de clip zijn toegewezen en is dus alleen actief wanneer de tijdlijnscrubber op een audioclip of een videoclip met synchrone radio is geplaatst. De omtreklijn voor panwijzigingen is blauw.

Avid Studio image006 Audiofuncties van de tijdlijn

In de Audio-mixer opent u met het derde pictogram in elk spoor de Panner, waarin u de plaatsing van de audio-uitvoer van het spoor in een tweedimensionaal “surroundluistergebied” kunt regelen.

Wanneer u de tijdlijn wilt bewerken, worden alle panningacties in de surroundmodus uitgevoerd, zodat u alleen te maken hebt met een enkele versie van de Panner-knoppen. De surround gepande clips kunnen omlaag worden gemengd naar andere uitvoerconfiguraties wanneer het bewerken van het project voltooid was. Op deze manier kunt u met een enkele set panningbeslissingen voor alle indelingen die u uiteindelijk produceert.

De wijzigingen die met dit gereedschap zijn gemaakt, gelden alleen voor de huidige clip. Deze blijven gekoppeld aan de clip, ook als u deze naar een ander spoort verplaatst of kopieert.

U opent de Panner door op de bijbehorende knop in het mixervenster van de spoorkop te klikken. Deze knop wordt grijs weergegeven als er geen clip op het spoor op de scrubberpositie is geplaatst. De geluidsbron wordt gemarkeerd door een blauwe punt op een tweedimenstionaal raster. De luisteraar bevindt zich in het midden met het gezicht naar voren.

Selectielijst

De vervolgkeuzelijst boven aan het venster Panner biedt drie methoden voor het distribueren van het geluid via de set van zes surroundluidsprekers.

5.1 is de beste instelling voor algemene doeleinden voor het reproduceren van natuurlijk geluid. Gebruik deze instelling voor algemene atmosferische geluiden, zoals blaffende honden of passerende auto’s. De vijf hoofdluidsprekers worden vertegenwoordigd door pictogrammen in het werkgebied. De zesde, de LFE-luidspreker (low-frequency-effecten) heeft een te lage toonhoogte om positionele hints te bieden. Het niveau ervan in de surroundmix wordt geregeld met een schuifregelaar onder het werkgebied.

Middelste kanaal uit is de voorkeursinstelling voor een onderdompelend muzieknummer.

Dialoogmodus combineert de middenluidspreker met de twee achterluidsprekers. Deze combinatie is geschikt voor spraak via meerdere luidsprekers.

Avid Studio image007 Audiofuncties van de tijdlijn

De clipaudio plaatsen via de modus Panner in dialoog. Let erop dat de pictogrammen van de voorluidsprekers in de hoeken doorzichtig zijn om aan te geven dat deze in deze modus niet worden gebruikt. Zoals hier is ingesteld, hoort de luisteraar de audio van het spoor vanaf de rechterkant.

Werkgebied

In het hoofdgedeelte van het Panner-venster wordt schematisch een luistergebied met een standaard luidsprekeropstelling weergegeven. Het kruispictogram in het midden van het gebied geeft de positie van de luisteraar aan.

Met een blauw regelpunt wordt de positie van de geluidsbron ingesteld. De luidsprekersymbolen aan de rand van het werkgebied tonen een standaard 5.1 surroundluidsprekeropstelling.

Als u de geluidsbronpositie in één dimensie, horizontaal of verticaal wilt regelen, gebruikt u respectievelijk de schuifregelaar aan de onderkant of rechterkant van het werkgebied.

LFE-kanaal: Surround ondersteunt een speciaal subwooferkanaal (de “.1” in “5.1”) waarmee u de laagste frequenties voor bijzondere effecten kunt versterken of afzwakken. U regelt de LFE-verbetering met de schuifregelaar onder het werkgebied. Omdat het oor niet de exacte locatie van deze laagfrequente geluiden kan horen, is LFE niet toegewezen aan een positie in de ruimte.

Keyframeknoppen: Met de keyframeknoppen onder aan het paneel kunt u keyframes toevoegen, verwijderen en van de ene naar de andere gaan. Met het symbool Toevoegen wordt automatisch overgeschakeld naar Verwijderen als u zicht bevindt op een bestaande positie van een keyframe.

Audiofuncties van de tijdlijn