Basisbeginselen van de tijdlijn
De tijdlijn bestaat uit meerdere sporen – zoveel als u nodig hebt – in een verticale stapel. Sporen aan bovenaan de stapel komen bij weergave op de voorgrond te staan, waarbij hun ondoorzichtige delen de onderliggende sporen verbergen.
De basishandeling van film-authoring is het slepen van een item van de bibliotheek naar een tijdlijnspoor, waar het een clip wordt genoemd. Met enige oefening kunt u heel snel een ruwe versie van uw film maken door de belangrijkste media-items en hun geschatte tijdlijnposities toe te voegen.
Geheel links op de tijdlijn ziet spoorkoppen met diverse bedieningselementen per spoor: een vergrendelingsknop, de naam van het spoor en monitoring-knoppen voor de video en audio van het spoor. Hier is het huidige standaardspoor ‘Hoofd’.
De spoorkop: Links naast ieder spoor bevindt zich een kopgedeelte dat toegang biedt tot functies zoals het uitschakelen van video- of audio-monitoring voor het spoor.
Het standaardspoor: Eén spoor is gemarkeerd met een lichtere achtergrondkleur, en tevens met een oranje balk links van de spoorkop. Dit is het standaardspoor. Het heeft een speciale rol bij bepaalde editing-procedures; het dient bijvoorbeeld als het doelspoor voor plakbewerkingen. Om een ander spoor tot standaardspoor te maken, klikt u gewoon op de knop van het gewenste spoor.
Uw huidige positie op de tijdlijn correspondeert met het videoframe dat in de player wordt getoond in de Tijdlijn-modus. De huidige positie wordt aangeduid door een verticale rode lijn, met erbovenop een sleepbare scrubber-hendel. Een andere verticale lijn markeert dezelfde positie in de Navigator (zie onder).
De werkbalk
Boven de sporen biedt de tijdlijn-werkbalk diverse sets editing-gerelateerde gereedschappen. (In de Schijf-editor bevat de werkbalk ook speciale gereedschappen voor schijf-authoring.)
Onder de sporen geeft de tijdlijn-navigator een overzicht van uw gehele project op een kleinere schaal. De balken voor de clips hebben dezelfde kleuren als op de tijdlijn, behalve de balk van de geselecteerde clip: deze is oranje. Klik in de Navigator om snel naar elke gewenste locatie op de tijdlijn te gaan.
Een deel van het Navigator-venster, met de huidige positie (verticale lijn, links) en een formaathendel (rechts).
De oranje rechthoek met een deel van de Navigator-weergave– het weergavevenster – toont het deel van uw film dat momenteel zichtbaar is op de tijdlijnsporen.
Om het weergegeven deel van de film te veranderen, klikt en sleept u horizontaal binnen het weergavevenster. De tijdlijn scrollt mee tijdens het slepen. Aangezien de tijdlijnpositie niet verandert, verdwijnt de scrubber hierdoor mogelijk uit beeld.
Zoomen
U verandert het zoomniveau van de tijdlijn door te klikken op de tijdlijnliniaal bovenaan de tijdlijn en horizontaal te slepen, of door de randen van het weergavevenster te slepen. De eerste methode heeft als voordeel dat de schermpositie van de afspeellijn hierbij altijd ongemoeid wordt gelaten, waardoor u zich eenvoudiger kunt oriënteren na het zoomen.
Om het zoomniveau van de Navigator zelf te wijzigen, gebruikt u de knoppen plus en minus er rechts naast.
Dubbelklik op het weergavevenster om het zoomniveau van zowel de Navigator als de tijdlijn aan te passen, zodat uw gehele film in het venster van de Film-editor past.
Grootte aanpassen
De hoogte van de tijdlijn, plus de relatieve verhoudingen van de bibliotheek en de player, kunnen worden aangepast met de formaatgreep met de vorm van een omgekeerde T in het midden van het scherm.
Om de hoogte van individuele tijdlijnsporen aan te passen, past u de scheidingslijnen tussen de spoorkoppen aan de linkerkant aan. Als de verticale grootte van alle sporen groter is dan het beschikbare weergavegedeelte, kunt u met een scrollbalk aan de rechterkant selecteren welke sporen in beeld moeten zijn.
Stel de hoogte van de Navigator in door de horizontale separator aan de bovenkant verticaal te slepen.